A few days of sailing under constant equatorial sunlight calls for rather innovative measures
on the part of the crew. A parasol was erected by the helm, giving the ship an appropriate
tropical flavour. Also, a makeshift pool was created towards the bow! An enormous rope coil
lined with a tarp and filled with seawater hosed in made for a relaxing tub wherein any stifling
discomforts literally evaporated. It certainly negated any excuse to retreat below decks.
The twilight watch took a rather eventful turn about halfway through when the wind came to an
almost abrupt halt and the waves settled to a rather placid rhythm. It looked like we had finally
arrived at the Doldrums; and what an experience it was. The atmosphere turned pregnant with a nearly frustrated anticipation as the ship coasted along at a snail’s pace. With the direction of the wind becoming unsteady, we decided to gybe the ship.
Our seventh day across the Atlantic turned out to be quite as colourful. In the face of the noon sun we rolled up our sleeves and got to work cleaning out our cabins and the deck. It felt odd to use a vacuum cleaner and rag after so many days. Just when we were about to reward ourselves with some sunlight, the sky broke with an uncharacteristic bout of rain, which heralded a bustle of activity on deck. With a northeasterly breezer and overcast squalls, we got to work taking down the topsails and gybing the ship a sharp 45 degrees. A haphazard shift in winds prompted us to gybe the ship again later in the afternoon.
In terms of progress, however, these inclement conditions proved much in our favour. A brisk current from then on saw the ship cutting sharply through the waves, clocking up speeds in excess of 5 knots.
We were enjoying a heady, north-northeasterly breeze to our backs. Despite the heavens being lined with heavy, ominous clouds, we were more or less in our element, the air being peppered with intermittent squalls.
Until next time, Tecla out.Een aantal dagen onder de constante tropische zon rond de evenaar vraagt om creatieve oplossingen van de kant van de crew. Naast het stuurwiel is een parasol gezet voor de tropische ‘look’ en op het voordek staat een zelfgemaakt zwembadje. Een enorme band gemaakt van opgeschoten lijn met daarin een zeiltje is het badje, gevuld met zeewater vergeet je in het bad al je zorgen en ongemakken. Ieder excuus om beneden deks te willen zitten is er in ieder geval mee opgelost.
De avond wacht nam een plotselinge wending toen de wind er halverwegen ineens mee stopte en de golven een onaangenaam ritme aanamen.
We leken dan eindelijk in de doldrums te zijn aangekomen. En wat was dat een ervaring. Met een slakken gang bewoog het schip zich voort in een verwachtingsvolle omgeving die niets op leek te leveren. En met een variabele windrichting besloten we het schip te gijpen.
Onze zevende dag op de Atlantische oceaan zou ons ook aardig bezig houden. In de middag hebben we onze mouwen opgestroopt en zijn beneden deks aan het werk gegaan, hutten schoon maken en daarna het dek. Het voelde toch wat raar om na zoveel tijd op zee een stofzuiger en een mop te gebruiken. En toen we klaar waren en lekker in de zon wilden gaan zitten leken de wolken op te bouwen en zich klaar te maken om zich eens goed leeg te gooien aan dek.
En deze wolken activiteit zorgde ook weer voor activiteit aan dek. Met de wind in het noord oosten en het idee van buien werden de topzeilen naar beneden gelaten. De wind leek te draaien en dus draaiden wij het schip mee in een gijp. Later in de middag zou de wind weer terug draaien en wij dus ook.
Met het oog op onze voortgang leken deze omstanigen heden echter alleen maar mee te werken. Een sterke stroming hielp het schip vanaf dat punt door de golven heen en onze snelheid schoot omhoog tot zelfs 5 knopen. Met de wind in onze rug leken we meer in ons element te zijn. Met de lucht om ons heen nog steeds zwaar van de dreiging met buien gaat het ons goed.
Tot de volgende keer, Tecla uit.